Generaal McKiernan waarschijnlijk nieuwe ISAF-Chef

David McKiernan, de Amerikaanse legercommandant in Europa, wordt naar alle waarschijnlijkheid de nieuwe commandant van de door de NAVO-geleide ISAF-veiligheidsmacht in Afghanistan.

Dat heeft het dagblad The New York Times dinsdag gemeld. Hij volgt daarmee generaal Dan McNeill op die in juni bijna anderhalf jaar lang leiding heeft gegeven aan de International Security Assistance Force.

Voor het aantreden van McNeill werden de commandanten om het half jaar afgelost.

Generaal David McKiernan krijgt daarmee vanaf juni ook het bevel over de Nederlandse militairen in het onrustige Aziatische land.

McKiernan was eerder bevelhebber over de grondtroepen die in 2003 het regime van Saddam Hussein uit Irak verjoegen.

De viersterrengeneraal heeft veel ervaring in Europa. Dit zou een pluspunt kunnen zijn bij zijn nieuwe baan. De NAVO-missie ISAF bestaat naast 15.000 Amerikaanse militairen vooral uit Europeanen.

McKiernan volgt generaal Dan McNeill op, die nu nog bevelhebber is in Afghanistan, was de eerste Amerikaanse generaal die leiding ging geven aan de ISAF.

De internationale veiligheidsmacht kraag in december 2001 een mandaat van de Verenigde Naties om de overgangsregering van Hamid Karzai te helpen om Kabul en omgeving te beveiligen.

De eerste ISAF-missie stond onder leiding van de Britse generaal-majoor John McColl. Daarna werd de missie achtereenvolgens geleid door commandanten uit Turkije, Duitsland, Canada, Frankrijk, opnieuw Turkije, Italië en Groot Brittannië.

In de loop van de tijd heeft de missie zich uitgebreid in vier achtereenvolgende fases over de rest van Afghanistan. Er zijn nu 5 regionale commandocentra en daaronder vallen in totaal 25 Provinciale Reconstructie Teams.

Aan de missie doen momenteel ongeveer 41.000 soldaten mee uit 39 landen. Zij worden geconfronteerd met een opstand van de Taliban die volgens verslaggevers de afgelopen twee jaar steeds gewelddadiger is geworden.

Commandanten in het veld zouden graag meer militairen in Afghanistan tot hun beschikking willen hebben om de opstand van de Taliban neer te kunnen slaan, maar de regeringen van de deelnemende landen sturen slechts mondjesmaat extra soldaten.

Maar de regeringen van de deelnemende landen zijn niet bereid om grotere militaire bijdrages te leveren, hoewel er regelmatig enkele tientallen tot hinderden militairen extra worden gestuurd.